Avance1mardi

Deze les hebben jullie de eindtoets gedaan die bestond uit een schriftelijk gedeelte en 5 vragen mondeling.
Jullie hebben keihard gewerkt! Ik hoop dat dat ook in de resultaten te zien zal zijn.
Volgende week zullen we de vragen bespreken.

Huiswerk: Ik heb formulieren uitgedeeld uit de syllabus "expression oral". Bereid de oefeningen voor, zodat we deze volgende week in de les kunnen doen. Bedenk zelf een stelling (une thèse) en een aantal argumenten voor of tegen aan de hand waarvan we kunnen discussiëren. Probeer je onderwerp goed toe te lichten, zodat de anderen genoeg informatie hebben om aan de discussie deel te nemen.

Ik heb in het lokaal 3 paraplus gevonden. Is één van jullie er één vergeten? Zo ja, hoe ziet hij eruit? Ik zal ze dinsdag meenemen.

Tot dan!

Groeten,

Floortje

Gelukkig nieuwjaar en de beste wensen voor 2006 !

I           We hebben eerst kort over de vakantie gesproken. “Wat heb je gegeten met Kerst? Waar heb je Oud en Nieuw gevierd. Hou je van vuurwerk?”
Daarna hebben we de oefeningen 1 t/m 6 van Beter Nederlands hoofdstuk 4 besproken. Het gebruik van “weten te” verschilt niet zoveel van het gebruik van “savoir” in het Frans. Bijvoorbeeld: Hij heeft zich weten te redden. = Il a su se débrouiller

II          Vervolgens hebben we naar tekst 1 van Hoofdstuk twaalf geluisterd en gesproken over verschillen tussen Nederland en Frankrijk. We hebben de oefeningen A1, 2,3,4 en 6 besproken.  In het tekstboek op p. 130 staan verschillende manieren om teleurstelling uit te drukken.

II          Daarna hebben we het begin van een artikel uit het weekblad Elsevier gelezen. Het ging over de “inburgeringscursus” . Daarna hebben we vijf vragen besproken die in een inburgeringscursus aan bod zouden kunnen komen.

Huiswerk:

Volgende week doen we de toets.

Het gaat over hoofdstuk 9 t/m12 (alleen tekst 1) uit het tekstboek en de bijbehorende oefeningen uit het werkboek en Beter Nederlands H1 t/m H4 oefening 6. Kijk goed naar de kaders in het tekstboek en leer het vocabulaire. Kijk nog eens naar de voorzetsels en herhaal “er”.
Attention: Le test portera surtout sur les sujets étudiés dans le livre et moins sur les textes supplémentaires que nous avons étudiés pendant le cours.

Als jullie nog vragen hebben kunnen jullie me een e-mail sturen.

Succes met de voorbereiding!

Tot volgende week

Floortje

L'Alliance Française sera fermée le mardi 3 janvier. Le premier cours en 2006 aura donc lieu le mardi 10 janvier. Le cours du 3 janvier sera rattrapé le 24 janvier.

Prettige feestdagen en tot 10 januari!

I           Vondel en het Nederlandse theater in de 17^e eeuw. We hebben een korte samenvatting van het toneelstuk Gysbreght van Aemstel gelezen. Ik heb vervolgens wat verteld over het Nederlandse theater in de 17^e eeuw. Jullie hebben een aantal kopieën van me gekregen met de belangrijkste namen en data, de vertaling van het begin van de eerste scène van Gysbreght van Aemstel en een portret van Vondel door Govert Flinck. Als je meer afbeeldingen van schilderijen uit die tijd wilt zien kun je kijken op de website van het RKD: www.rkd.nl

II          Beter Nederlands Hoofdstuk 3. Jullie hebben naar aanleiding van het plaatje bij oefening 5 zoveel mogelijk waarnemingen opgeschreven. “Ik zie dat hij ziek is”, “Je ziet dat hij/zij koorts heeft”, “Je hoort dat de radio aanstaat”, “Je hoort/ziet dat de kat honger heeft”, enz. Daarna hebben we van de oefeningen 1 t/m 4 de eerste 5 zinnen besproken.

Jullie kunnen de oefeningen B21, p. 177 en C34 uit het werkboek zelf nakijken met de sleutel achterin het boek.

III          Daarna hebben jullie twee schilderijen van Mondriaan beschreven en op het bord getekend. Het resultaat was prachtig! In tien minuten hebben jullie de ontwikkeling in het werk van Mondriaan laten zien. Na de vakantie zullen we nog kort terug komen op het vocabulaire dat je kunt gebruiken bij het beschrijven van een schilderij. Vergeet niet: het is het kruis.

Huiswerk voor dinsdag 10 januari:

·               Lezen tekst D5 over Mondriaan

·               Maken Beter Nederlands hoofdstuk 4 tot en met oefening 6

·               Schrijf een tekst naar aanleiding van de spotprent van Peter van Straaten: “het gaat goed met Nederland” of Schrijfopdracht A5

·               Maak gebruik van de lange vakantie en probeer zo veel mogelijk stof te herhalen

Fijne vakantie en prettige feestdagen!

Tot dinsdag 10 januari!

I           We hebben tekst 2 van Hoofdstuk 11 gelezen. Daarna hebben jullie de vragen van oefening B17 en B18 uit het werkboek beantwoord. Vervolgens hebben we het vocabulaire besproken en het kader over ofschoon en terwijl. Ter afronding hebben we kort gediscussieerd over de beslissing van de Paus.

Het meervoud van moskee = moskeeën

II          Aangezien niet iedereen het huiswerk gemaakt had hebben we alleen oefening 18 uit Beter Nederlands besproken. Om niet te lang bezig te zijn met het bespreken van het huiswerk en te voorkomen dat jullie inslaap vallen (grapje) stel ik voor dat jullie de rest van de oefeningen op een blaadje inleveren.

III          Vervolgens hebben we geluisterd naar tekst C3 p.121 over toneelvereniging Vondel. Volgende week zullen we het iets uitgebreider hebben over het Nederlandse toneel in de 17^e eeuw.

Let op! De dominee = le pasteur en de pastoor = le curé

IV        Tot slot hebben we een tekst gelezen over de geschiedenis van Sinterklaas en Zwarte Piet en een korte discussie gevoerd naar aanleiding van de stelling: Sinterklaas discrimineert. Ik neem volgende week het artikel uit de Figaro voor jullie mee.

Huiswerk voor dinsdag 13 december:

·               Maken werkboek B21 p. 177, B23 = schrijfopdracht inleveren op los blaadje, C34 p. 180

·               Lezen Beter Nederlands II hoofdstuk 3 en maken oefening 1 tot en met 4

Administratieve mededelingen:

·               Dinsdag 3 januari is de Alliance Française gesloten. Deze les zal 24 januari ingehaald worden

·               De inschrijvingen voor de nieuwe cursus vinden plaats van 30 januari tot 3 februari de lessen beginnen in de week van 20 februari

Tot dinsdag!

Maken Werkboek B21 p177, B23 schrijfopdracht, C34 p. 180
Lezen Beter Nederlands II Hoofdstuk 3 en maken oefening 1 tot en met 4

I Brieven schrijven in het Nederlands Naar aanleiding van de schrijfopdracht van les 5 heb ik een aantal kopiën uitgedeeld met tips. Ik hoop dat jullie nooit een brief zullen hoeven schrijven, omdat jullie woning in slechte staat is. De informatie over de opmaak en de vaste formules kunnen wel helpen bij het schrijven van andere formele brieven. II Hierna hebben we het huiswerk uit Beter Nederlands besproken. Dit duurde vrij lang, daarom hebben we besloten om de oefeningen 17 en 18 volgende week te behandelen. We hebben een aantal dingen uit hoofdstuk 8 van Beter Nederlands herhaald en gekeken naar de zinsvolgorde. III We hebben de kaders uit het tekstboek op blz. 111, 112 en 113 bekeken. IV Daarna hebben we geluisterd naar tekst 1 van Hoofdstuk 11: Dat is interessant! We hebben het vocabulair besproken en we hebben het gehad over "buitenlandse" schrijvers die in het Nederlands schrijven: Kader Abdolah, Abdel Kader Benali, Fouad Laroui Het bespreken van het huiswerk duurde deze keer erg lang. Nu we minder lessen hebben die langer duren, moet ik helaas meer huiswerk opgeven per week. Als jullie het thuis goed voorbereiden gaat het bespreken in de les natuurlijk sneller. We zullen de komende lessen meer tijd proberen te besteden aan spreekvaardigheid. Huiswerk voor volgende week: Beter Nederlands hoofdstuk 2 afmaken Schrijfopdracht werkboek oef. A12 p.174 Succes en tot dinsdag! Floortje

Het spreekwoord van deze week: Sterretjes zien I We zijn begonnen met het bespreken van het huiswerk: Beter Nederlands Hoofdstuk 2 t/m oef. 13 II Vervolgens hebben jullie in 2-tallen de scheidbare werkwoorden in tekst A1 van hoofdstuk 10 onderstreept. Daarna hebben de spreekoefening B22 gedaan. III Toen hebben we tekst B2 op p.107 gelezen en hebben jullie in 2-tallen de bijbehorende oefeningen (B14,15,16) uit het werkboek gemaakt IV Tot slot hebben we geluisterd naar tekst C3 Huiswerk: maken Beter Nederlands Hoofdstuk 2 t/m oef.18 Werkboek tekst 2 oef. B20 inleveren op een los blaadje H10 tekst 3 oef. C30 & C31 (zie kaders p111 en p112 uit het tekstboek

Het spreekwoord van deze week: Het regent pijpenstelen

I           We zijn begonnen met het bespreken van de vragen 2 t/m8 van Hoofdstuk 2 van Beter Nederlands. Ik heb op het bord een overzicht gegeven van de gevallen waarin je een scheidbaarwerkwoord aan elkaar schrijft. Ook hebben we gezien op welke plek het scheidbare deel in de zin staat.

II          Daarna hebben we het vocabulaire bij tekst D5 van hoofdstuk 9 en het kader over "als, toen en wanneer" behandeld.

Let op! Degenen die niet aanwezig waren kunnen de opdrachten per e-mail versturen fdamming@fondationcustodia.fr   of volgende week inleveren. Ik zal ze dan nakijken.

III          Vervolgens hebben we geluisterd naar tekst A1 van hoofdstuk 10 en oefening A1 uit het werkboek gedaan.  En jullie hebben oefening A12 gedaan waarbij je het veranderde deel in de tekst moest onderstrepen.

IV        Ik heb een tekst uitgedeeld van Erik Vlaminck.

Huiswerk voor volgende week:

• Lezen en maken Hoofdstuk 2 Beter Nederlands tot en met oefening 13

• Maken oefening A4 en A5 van hoofdstuk 10 uit het werkboek blz.157

• Lezen de tekst van Erik Vlaminck over fietsen in Nederland

• Schrijfopdracht: Je kunt kiezen uit de volgende twee onderwerpen:
  a) Beschrijf net als Erik Vlaminck een anecdote die je in Nederland meegemaakt hebt.
  b) Schrijf een brief aan uw huisbaas om te protesteren tegen de huurverhoging. Maak gebruik van de argumenten die je uit tekst 9D5 kunt halen. Zorg ervoor dat het er als een echte brief uitziet. (Datum, plaats, onderwerp, enz.)

  Ondanks de aangekondigde staking is er gewoon les dinsdag 22 november.

  Tot dan!

  groeten,

  Floortje Damming

Het spreekwoord van deze week: Zich in het hol van de leeuw wagen

I We zijn begonnen met een luister oefening B16 p.147 bij tekst B2 Hoofdstuk 9

Daarna hebben we de oefeningen B11 t/m 14 uit het werkboek en de vragen van hoofdstuk 1 ER uit Beter Nederlands besproken.

·               Let op het verschil tussen blijken (iets is zeker) en schijnen (Je hebt het horen zeggen, maar weet het niet zeker)

·               Vertaal de zinnen met “er” steeds naar het Frans. Het is dan duidelijker wanneer je het moet gebruiken. Probeer de komende tijd op te letten en het “er” (vaak uitgesproken als d’r/ter/per) te horen in gesproken teksten.

Degenen die niet aanwezig waren kunnen de opdrachten per e-mail versturen fdamming@fondationcustodia.fr of volgende week inleveren. Ik zal ze dan nakijken.

II Vervolgens hebben we het vocabulaire van de teksten C3 en C4 van hoofdstuk 9 behandeld.

·               “echt” kun je gebruiken om iets te benadrukken. Ik vind het echt heel leuk als je op mijn verjaardag komt. Het is toch echt niet te geloven dat ik die brief nog niet ontvangen heb.

“werkelijk” heeft dezelfde betekenis, maar is formeler.

III Daarna hebben we samen de inleiding bij hoofdstuk 2 van Beter Nederlands gelezen en oefening 1 gemaakt

IV Tenslotte hebben jullie naar aanleiding van een artikel uit het NRC gediscussieerd over de rellen in de voorsteden van Parijs.

Huiswerk voor volgende week:

- Lezen tekst 9 D5

- Maken vragen D31 t/m D33  uit het werkboek

- Schrijf een brief aan uw huisbaas om te protesteren tegen de huurverhoging. Maak gebruik van de argumenten die je uit tekst 9D5 kunt halen. Zorg ervoor dat het er als een echte brief uitziet. (Datum, plaats, onderwerp, enz.)

Bij de eindtoets moet je ook een stuk schrijven. Ik zal jullie elke week een schrijfopdracht geven om te oefenen die ik dan corrigeer.

- Lezen en maken Beter Nederlands hoofdstuk 2 t/m oefening 8

Tot volgende week!